
(Novum) - Het Kröller-Müller Museum in Otterlo heeft ruim tweehonderd werken gekregen van de hand van kunstenaars die zowel nationaal als internationaal behoren tot de meest vooraanstaande van de tweede helft van de twintigste eeuw. Het gaat om veelal ruimtelijke werken van kunstenaars als Carl Andre, Adam Colton, Tony Cragg en Ger van Elk, die afkomstig zijn uit de collectie Art and Project / Depot VBVR. Dat meldt het museum woensdagavond.
De collectie Depot VBVR is voortgekomen uit galerie Art and Project, bijeengebracht door Geert van Beijeren en Adriaan van Ravesteijn. Zij zijn de voormalig galeriehouders van Art and Project, die in 1968 in Amsterdam werd geopend en vanaf 1990 tot de sluiting in 2001 gevestigd was in Slootdorp in de Wieringermeer.
Ook van kunstenaars als Barry Flanagan, Hamish Fulton, Jos Kruit, Richard Long, Andrew Lord, Juan Muñoz, Willy Ørskov, Nicholas Pope, Carel Visser en Leo Vroegindeweij zitten werken die bij de schenking horen. De schenking sluit volgens het museum nauw aan bij de eigen collectie, waarin veel Art and Project-kunstenaars vertegenwoordigd zijn. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw kocht het museum regelmatig werken aan bij de galerie.
Met de schenking aan het Kröller-Müller Museum hebben alle onderdelen van de collectie Art and Project / Depot VBVR hun definitieve bestemming gevonden. Vanaf 1999 tot eind 2012 werden grote delen uit de collectie overgedragen aan Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Ook het Gemeentemuseum Den Haag, MoMA in New York, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en het Stedelijk Museum Amsterdam kregen werken uit de collectie.
Het Kröller-Müller Museum toont van 6 december tot en met 30 maart ongeveer zeventig werken onder de titel A One Day Walk uit de collectie van Depot VBVR en die van het museum. De tentoonstelling moet enkele belangrijke ontwikkelingen in de Britse kunst in de jaren zestig, zeventig en tachtig laten zien.