
Uit ANWB-onderzoek blijkt dat 80 procent van de kampeerders wifi essentieel vindt op de vakantiebestemming. Voor sommige kampeerders is wifi nog belangrijker dan een douche, aldus ANWB-woordvoerder Markus van Tol in een interview met het AD. Nu steeds minder campinghouders geen wifi aanbieden, rijst ook de vraag of de campinghouder over de vergoeding nog steeds 21% omzetbelasting is verschuldigd.
Het huidige standpunt van de staatssecretaris is nog altijd dat wifi op de camping belast is met 21% omzetbelasting indien de wifi tegen een aparte prijs wordt aangeboden. Wanneer wifi gratis ter beschikking wordt gesteld, gaat het aanbieden van gratis wifi op in de hoofdprestatie (het gelegenheid geven tot kamperen). De hoofdprestatie is belast is met 6% omzetbelasting. Volgens de staatssecretaris maakt het dus verschil of de campinghouder wifi als aparte prestatie aanbiedt waarvoor de toerist een aparte vergoeding voor betaalt of dat de campinghouder wifi gratis aanbiedt. Om omzetbelasting te kunnen besparen zou het dus gunstiger zijn om de prijs voor wifi te verdisconteren in de prijzen voor het kamperen. In dit laatste geval betaalt de kampeerder immers ‘slechts’ 6% omzetbelasting. Maar is het nodig om de prijzen voor wifi te verdisconteren in één tarief?
In de Wet op de Omzetbelasting staat dat het gelegenheid geven tot kamperen onder het verlaagde tarief van 6% valt. Vanzelfsprekend valt het gelegenheid geven tot het plaatsen van tenten, caravans en zomerhuisjes hieronder. Ook voor samenhangende prestaties die de campinghouder verricht aan de kampeerders, mag de campinghouder het verlaagde tarief toepassen. De staatssecretaris is van mening dat deze prestaties bijkomende prestaties betreffen die een middel zijn om de hoofddienst (het kamperen) zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Hierbij noemt de staatssecretaris de volgende samenhangende diensten:
- het verstrekken van gas, elektriciteit en/of water;
- het gelegenheid geven tot douchen;
- het gelegenheid geven tot het wassen en drogen van kleding;
- het gelegenheid geven tot het plaatsen van een auto.
Wifi staat niet in het lijstje van de staatssecretaris van samenhangende diensten. De vraag is echter of we het aanbieden van wifi ook als een samenhangende prestatie dienen te zien. Als dit het geval is, is het verlaagde tarief ook van toepassing indien de klant apart betaalt voor het gebruik van wifi.
Hoe dienen we te bepalen of er sprake is van een samenhangende prestatie? We dienen vanuit de optiek van de modale consument te bepalen of er sprake is van een bijkomende prestatie die voor hem geen doel op zich is. Het is een middel om de hoofddienst (het verstrekken van kampeerplekken) zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Op het eerste gezicht is er weinig verschil tussen wifi, douchen of wassen van kleding. In alle gevallen betreffen het prestaties die enkel kampeerders (uitzonderingen daar gelaten) afnemen en in beginsel geen zelfstandig karakter hebben. Kampeerders nemen het af als onderdeel van hun verblijf op de camping. Steun voor deze opvatting is te vinden in het onderzoek van de ANWB. Volgens dit onderzoek is wifi voor kampeerders net zo belangrijk als een warme douche. Nu douchen tegen 6% belast is, zou in beginsel het gebruik van wifi dit ook moeten zijn. Ook op basis van recente jurisprudentie is deze opvatting goed te verdedigen.
Toepassing van het lage tarief kan een groot voordeel opleveren. Graag maken wij dit duidelijk met het volgende voorbeeld. Stel een camping heeft gemiddeld 100 gasten per week die gebruik maken van wifi voor € 15 per week. De omzet inclusief btw bedraagt in dit geval € 39.000. De af te dragen btw bedraagt in dit geval € 6.768. Bij toepassing van het lage tarief bedraagt de af te dragen btw echter € 2.208. Toepassing van het lage tarief zou derhalve een besparing van ruim € 4.500 per jaar op kunnen leveren. Vanwege de mogelijkheid tot ambtshalve vermindering bij een positieve beslissing van de inspecteur of de rechtbank kan de besparing oplopen tot wel € 22.250.
Toch is toepassing van het lage tarief voor wifi nu nog niet het geval. De Belastingdienst past voor alsnog het 21%-tarief toe. De opsomming van de staatssecretaris stamt al weer van tientallen jaren geleden. In die tijd bestond wifi nog niet. Nu wifi een belangrijk onderdeel is geworden van het kamperen, is het hoog tijd geworden dat deze opsomming wordt aangepast. De Belastingdienst beseft ook dat de houdbaarheid van de toepassing van het hoge tarief voor wifi op zijn einde loopt. De verwachting is echter niet dat de Belastingdienst zelf tot actie overgaat. Wie nu het lage tarief al wil toepassen en daarmee een besparing wil bereiken, moet een bezwaarprocedure opstarten. Graag wisselen we hierover met u van gedachte. En … op ons kantoor is het gebruik van wifi gratis!
Meer informatie
Denise Frens en Lucas Blom
Lentink De Jonge Accountants & Belastingadviseurs
www.lentinkdejonge.nl
0341-438100