
SURABAYA (Novum) - De tijgers zijn uitgemergeld en de honderdtachtig pelikanen staan zo dicht op elkaar dat ze hun vleugels niet kunnen uitslaan zonder elkaar te raken.
Vorige week overleed een giraffe. Het dier had een achttien kilo zware bal van plastic zakjes in zijn maag. De situatie bij de dierentuin in Surabaya, de grootste van Indonesië, is schrijnend.
De dood van de giraffe heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de omstandigheden in de dierentuin. De zoo werd bijna een eeuw geleden gebouwd en had ooit een van de indrukwekkendste collecties van Zuidoost-Azië.
Vandaag de dag is de Surabaya Zoo niets minder dan een horrordierentuin, die geplaagd wordt door gebrek aan geld, te veel geboortes en zelfs verdenkingen dat het personeel betrokken is bij de smokkel van wilde dieren.
Zeldzame dieren als komodovaranen en orang-oetans zitten in hun eigen uitwerpselen in hun kooi en overeten zich aan pinda's die over het hek van hun verblijf worden gegooid door de bezoekers.
"Dit is extreem tragisch, maar geenszins verrassend in een Indonesische dierentuin, gezien de afgrijselijke manier waarop de dierentuinen over het algemeen worden bestuurd", aldus Ian Singleton, een voormalige dierentuindirecteur die nu de leiding heeft over een beschermingsprogramma voor orang-oetans op het Indonesische eiland Sumatra.
De Surabaya Zoo kwam twee jaar geleden zwaar onder vuur te liggen na berichten dat maandelijks 25 van de vierduizend dieren overleden.
Een Afrikaanse leeuw, een Sumatraanse tijger en meerdere krokodillen bezweken vroegtijdig. De Indonesische regering wees een ervaren dierentuindirecteur aan, Tony Sumampouw, om puin te ruimen bij de dierentuin. Hij wist met veel moeite het sterftecijfer omlaag te brengen tot vijftien per maand.
Ondanks de dood van de 30-jarige giraffe Kliwon - die zich jarenlang te goed had gedaan aan afval en rotzooi die in zijn hok werd gegooid - heeft Sumampouw de moed nog niet opgegeven. Volgens hem is een 'totale renovatie' nodig. "We moeten of denken aan privatisering of het overplaatsen van dieren."
Met een toegangsprijs van iets meer dan anderhalve euro is er volgens critici echter nauwelijks genoeg geld om voor de dieren te zorgen, laat staan te investeren. Een van de grootste problemen is overbevolking.
De meeste dierentuin beperken het aantal geboortes, maar in Surabaya is het begrip 'anticonceptie' nog geen gemeengoed. Anticonceptiemiddelen zijn duur en de dierentuin ontbeert de faciliteiten om mannelijke en vrouwelijke dieren gescheiden te houden.
Zestien tijgers van de dierentuin, twaalf Sumatraanse en vier Bengaalse tijgers, worden gehouden in betonnen kooien die wel wat weg hebben van een gevangenisblok.
De huid van een witte tijger, wiens ouders ooit aan de zoo gedoneerd werden door de Indonesische regering, is overdekt met kale plekken en zweren en het dier kan nauwelijks rechtop staan.
Hij wordt zelden uit zijn kooi gelaten en heeft daarom ernstige rugproblemen en kan niet lopen, aldus verzorgster Sri Pentawati. "Er zijn teveel tijgers", klaagt ze. "We hebben grote moeite om ze bij toerbeurt naar buiten te laten om ze de nodige beweging te geven."
Volgens Rahmat Shah, de voorzitter van de Indonesische Associatie van Dierentuinen, is de situatie bij alle Indonesische dierentuinen ondermaats, maar bij de Surabaya Zoo is het nog erger als gevolg van een ruzie onder het personeel.
Twee mannen, die allebei beweerden de directeur te zijn, werden twee jaar geleden ontslagen, maar hun beider aanhangers hebben de strijd voortgezet.
De dood van een Javaans wrattenzwijn, vermoedelijk het gevolg van een cyanidevergiftiging, heeft hier volgens de politie mee te maken.
Sumampouw heeft erkend dat hij tot nu toe weinig succesvol is geweest bij het aanpakken van het personeel. Hij vermoedt dat personeel dieren, waaronder drie jongen komodovaranen, heeft gestolen en verhandeld. Ook vlees, dat bedoeld is voor de tijgers, zou door medewerkers zijn meegenomen en op de lokale markt zijn verkocht.