
OTTERLO - Het Kröller-Müller Museum heeft er na langdurig onderzoek weer een Van Gogh schilderij bij:Bloemstilleven met akkerbloemen en rozen. Vanaf de opname in de collectie, in 1974, werd aan de echtheid getwijfeld, onder andere vanwege de uitzonderlijke afmeting van het doek en de afwijkende signatuur.
In 2003 is het werk afgeschreven en stond sindsdien te boek als ‘kunstenaar: anoniem'. Nu, negen jaar later is een team van wetenschappers van TU Delft, Universiteit Antwerpen, Deutsches Elektronen-Synchrotron (DESY) te Hamburg, het Van Gogh Museum en het Kröller-Müller Museum erin geslaagd de echtheid aan te tonen.
De nieuwe inzichten worden nu gepresenteerd in het artikel Rehabilitation of a flower still life in the Kröller-Müller Museum and a lost Antwerp painting by Van Gogh, een voorpublicatie van Van Gogh Studies deel 4. Het bloemstilleven zelf krijgt vanaf morgen voor het eerst in zijn geschiedenis een prominente plek tussen andere werken van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller Museum.
Hieronder volgt een kort overzicht van de ontstaansgeschiedenis van het schilderij en de ontdekkingstocht die uiteindelijk leidde tot dit voortschrijdend inzicht.
Antwerpen
Het verhaal begint in Antwerpen, waar Van Gogh eind november 1885 aankwam en in januari 1886 ging studeren aan de kunstacademie. Onderdeel van de cursus was een oefening van een stel worstelaars. Van Goghs leraar drong bij hem aan om een groot doek, nieuwe penselen en verf aan te schaffen, zoals Vincent schreef in een brief van 22 januari.
Hij had zelf geen geld, maar Theo zorgde ervoor dat hij de materialen kon aanschaffen. Een week later schreef hij dat hij "een groot ding met twee naakte torsen - twee worstelaars" had geschilderd en dat hem dat uitstekend beviel. Het grote doek was een standaardmaat voor figuurstudies op de Antwerpse academie.
Parijs
De kunstenaar nam het schilderij eind februari 1886 mee naar Parijs toen hij bij zijn broer ging wonen. Hier overschilderde hij enkele maanden later de worstelaars op een voor hem juist in deze periode typerende wijze, namelijk zonder de voorstelling eerst af te schrapen of van een afdeklaag te voorzien: hij schilderde er in één keer overheen. De twijfel aan de eigenhandigheid van het bloemstilleven werd mede ingegeven door het buitengewone formaat voor het onderwerp: 100 x 80 cm.
Van Goghs Parijse bloemstillevens zijn over het algemeen niet zo groot, maar hier blijkt dus het onderliggende academiestuk bepalend te zijn geweest voor de afmetingen. Een ander argument voor afwijzing betrof de voor Van Gogh ongebruikelijke uitbundigheid van het bloemstilleven, in het bijzonder de royaal gevulde voorgrond. Maar ook dat kan in verband worden gebracht met het formaat en het feit dat de kunstenaar op die plek een complete worstelaar moest overschilderen.
Kröller-Müller Museum
Toen dit werk in 1920 op de veiling werd aangeboden, waar de Kröllers 26(!) van de aangeboden 48 schilderijen van Van Gogh kochten, was dit bloemstilleven daar niet één van hun aankopen. Het schilderij kwam in enkele privécollecties terecht en werd pas in 1974 opgenomen in de Kröller-Müller collectie. De aankoop kwam tot stand met steun van Vereniging Rembrandt en het Prins Bernhardfonds om dit schilderij ‘voor ons land te behouden'.
Toenmalig hoofdconservator Ellen Joosten van het museum noemde het naast een ‘uitzonderlijk' ook een ‘merkwaardig' werk. Het grote formaat, de overvloed aan bloemen in hun weelderige kleurenpracht en de gladde, ‘vrij academische aanpak' vond zij hoogst ongebruikelijk.
In de bestandscatalogus uit 2003 - De schilderijen van Vincent van Gogh in de collectie van het Kröller-Müller Museum- werden nieuwe argumenten toegevoegd aan de al bestaande twijfels. Het werk werd toen afgeschreven, maar bleef in de collectie.
Nieuwe onderzoekstechniek
In 1998 toonde een röntgenopname al de andere voorstelling onder het bloemstilleven: de scène met bovenlichamen van twee worstelaars die elkaar bij de armen vasthouden. Deze röntgenopname bleef onderzoekers intrigeren. Dankzij de nieuwe onderzoekstechniek MA-XRF (Macro Scanning X-ray Fluorescence Spectometry) konden beide schilderingen uitvoeriger geanalyseerd worden.
Niet alleen is er een bepaalde karakteristiek van de Antwerpse academie te herkennen, namelijk dat mannelijke modellen daar in tegenstelling tot andere academies halfnaakt poseerden, ook de gebruikte pigmenten bleken geheel in overeenstemming met Van Goghs palet uit die tijd. Verder konden aan de hand van de nu veel beter leesbaar geworden voorstelling voor Van Gogh typerende verfstreken worden herkend.
Toeschrijving
Deze en andere in het artikel uitvoerig toegelichte argumenten laten er geen twijfel over bestaan dat Van Gogh de auteur is van de worstelaars en het bloemstilleven.
© Nationale Recreatiegids