
AMSTERDAM (Novum) - Het Persmuseum in Amsterdam krijgt als het aan de Raad voor Cultuur ligt vanaf volgend jaar geen subsidie meer. Dat blijkt uit het subsidieadvies dat de raad maandag publiceerde. De aanvraag van het Rijksmuseum Twenthe wordt evenmin gehonoreerd. Het museum moet wel nog 2,4 miljoen euro krijgen voor het beheer en behoud van de collectie.
Het Geldmuseum, Slot Loevestein, Huis Doorn en Amstel 218 kregen hetzelfde nieuws als het museum in Enschede. De instellingen krijgen nog wel rijkssubsidie voor het beheer en behoud van de collectie, maar niet voor verdere museale activiteiten.
Overigens kreeg geen enkel museum net zo veel geld als het aanvroeg. In totaal vroegen de rijksmusea zo'n 157,5 miljoen euro aan subsidies aan, twintig miljoen euro meer dan er blijkens het advies beschikbaar is voor de musea.
Vijf musea kregen dan wel een positief advies over hun aanvraag, maar moeten aan extra voorwaarden voldoen. Het Rijksmuseum in Amsterdam krijgt forse kritiek. De raad noemt het activiteitenplan, waarin het museum onder meer aangeeft welke tentoonstellingen op de agenda staan, 'onder de maat'. De opgegeven missie van het museum weerspiegelt daarnaast 'geen heldere focus'.
"De raad concludeert dat het activiteitenplan niet aansluit op de internationale statuur van het museum", zo is in het advies te lezen. Het Rijksmuseum moet pas een subsidie van 26 miljoen euro krijgen, als een nieuw activiteitenplan wordt aangeleverd.
Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem krijgt de komende jaren afgerond elf miljoen euro van het rijk, maar moet, net als Paleis het Loo in Apeldoorn werken aan het activiteitenplan.
Het Letterkundig Museum en Museum Meermanno in Den Haag moeten eveneens een nieuw activiteitenplan opzetten. Het liefst ziet de cultuurraad dat de musea met een gezamenlijk plan komen, met het oog op een eventuele fusie.
Het Theater Instituut Nederland, dat nu als sectorinstituut nog 2,1 miljoen euro per jaar krijgt, krijgt in het subsidieadvies geen geld om als museum verder te gaan. Hetzelfde geldt voor het Nederlands Muziekinstituut.