Normal_6419

AMSTERDAM (Novum) - Het pas heropende Stedelijk Museum in Amsterdam is 'voorspelbaar' en de presentatie van de collectie is niet wat het had kunnen zijn. Dat zegt de nieuwe directeur van het Groninger Museum, Andreas Blühm, vrijdag in een gesprek met Novum Nieuws. Volgens Blühm heeft het 'Stedelijk' een kans laten liggen in de manier waarop de collectie wordt getoond.

"Het Stedelijk Museum is een beetje als een oud pelgrimsoord waar je verstild voor een oud meesterwerk staat", zegt Blühm. De manier waarop de collectie - die de directeur van het Museum of Modern Art in New York Glenn Lowry in het NRC Handelsblad als een van de 'allerbelangrijkste ter wereld' bestempelde - wordt gepresenteerd 'mist uitdaging'.

"In Groningen heb je de kans het museum geboeider te verlaten." Ook is het Groninger Museum volgens Blühm verrassender. "Ik zie het zo, dat je een museum kunt meten aan het geroezemoes van de bezoekers." In het Stedelijk mist hij die 'mimiek' van de bezoekers.

Blühm, die eerder werkte voor het Van Gogh Museum en directeur was van Wallraf-Richartz-Museum & Fondation Corboud in Keulen, wil voor zijn museum de nadruk leggen op originele en vernieuwende tentoonstellingen.

"Een goede tentoonstelling is meer mijn ambitie dan hoge bezoekersaantallen", zegt hij. Het is volgens hem ook belangrijker dat mensen lang in het museum blijven, dan dat ze in hele groten getale komen. Elke winter wil Blühm een grote tentoonstelling organiseren, al geeft hij toe dat de begroting 'krap' is.

Het Groninger Museum verkeerde de afgelopen tijd financieel in zwaar weer. Provincie en gemeente moesten bijspringen om een faillissement af te wenden. De toenmalige directeur Kees van Twist stapte daarna op. Blühm, die zegt in Keulen voor hetere vuren te hebben gestaan, is zijn opvolger.

Vanaf zaterdag is in het museum een tentoonstelling te zien van de in 1970 geboren kunstenaar Marc Bijl. In december gaat een grote tentoonstelling van start over negentiende- en twintigste-eeuwse Noord-Europese schilderkunst.