ROTTERDAM (Novum) - Het Wereldmuseum, dat overweegt zijn Afrika-collectie te verkopen, mag de komende jaren niet rekenen op inkomsten uit de verkoop van museale objecten. De meerjarenbegroting van het museum moet losstaan van de discussie over het gemeentelijke verkoopbeleid voor museumstukken, vindt de gemeente.

Het museum liet donderdag juist weten dat het eerst duidelijkheid wil over het verkoopbeleid. De deadline voor het inleveren van de begroting verstreek afgelopen dinsdag, maar het Wereldmuseum kreeg een paar weken uitstel. Dat staat los van de discussie over ontzamelen", aldus de zegsvrouw van de gemeente.

"Het museum moet zich op korte termijn niet rijk rekenen." Het inleveren van een begroting waarin geen rekening wordt gehouden met de verkoop van museumstukken, is een voorwaarde voor subsidie van de gemeente.

Het Wereldmuseum houdt na een bezuiniging van twee miljoen euro nog drie miljoen euro subsidie over. De verkoop van de Afrika-collectie zou het Rotterdamse museum naar verluidt zestig miljoen euro opleveren. Met de rente op dat bedrag wil het museum verzelfstandigen, zodat het straks geen subsidie meer nodig heeft.

Het voorstel van directeur Stanley Bremer stuitte op veel verzet uit binnen- en buitenland. Gevreesd wordt dat de collectie uit elkaar valt en uit Nederland verdwijnt.

Cultuurwethouder Antoinette Laan (VVD) liet in november weten dat ze de regels voor verkoop van stukken door gemeentelijke musea wil versoepelen. De gemeente wil de verkoop echter alleen toestaan als dat gebeurt om inhoudelijke redenen. Het afstoten van verzamelingen uit geldnood zou ook in de toekomst niet mogen.

In het debat over de standpunten van de gemeente bleek dat een meerderheid van PvdA, D66, SP en GroenLinks bezwaar heeft tegen het versoepelen van de verkoopregels. Laan liet daarop weten dat ze de komende tijd om de tafel gaat met de museumsector om haar beleid verder uit te werken.