De VVD-bewindsman moet in deze kabinetsperiode 200 miljoen bezuinigen op zijn cultuurbegroting. Hij moet nog bepalen welke kunstinstellingen moeten besparen.
Aanvankelijk wilde hij de nieuwe subsidieperiode per 2014 laten ingaan, maar onlangs kwam hij met het plan dat met een jaar te vervroegen. Dan krijgen culturele instellingen eerder duidelijkheid of ze wel of niet door de bezuinigingen worden getroffen.
Ook sluit de vierjarige subsidiecyclus van het Rijk per 2013 beter aan bij die van gemeenten en provincies.
Minder of geen subsidie
Coalitiepartijen zijn het daarmee eens, maar oppositiepartijen zien liever dat de instellingen meer tijd krijgen om zich voor te bereiden op minder of geen subsidie. PvdA, SP, GroenLinks en D66 zijn ook meer gecharmeerd van een latere ingangsdatum omdat dan een zorgvuldiger beslissing kan worden genomen.
Dan is er immers meer tijd om met instellingen te spreken en adviezen van de Raad voor Cultuur onder de loep te nemen.
Advies
Zijlstra beloofde echter de beslissing zo zorgvuldig mogelijk te nemen. Zo zal hij bijvoorbeeld ook nog proberen zo snel mogelijk een advies van de Raad van State te krijgen.
Dit willen oppositiepartijen graag, omdat door zijn versnelling de benodigde wetswijzing niet gehaald kan worden. Daarom wordt de zaak eerst in een ministeriële regeling vastgelegd. De Raad van State zou dan worden gepasseerd.
Eerdere ingangsdatum
Het geld dat wordt bespaard met een eerdere ingangsdatum, vloeit niet de staatskas in, beloofde Zijlstra. De cultuursector kan daarover blijven beschikken, al zal het waarschijnlijk niet direct in kunstuitingen worden gestopt. Het wordt waarschijnlijk gebruikt om frictiekosten (zoals ontslagen) op te vangen.
