
De ringslang komt steeds minder voor in Nederland. Boswachters van Natuurmonumenten werken daarom aan een plan om de populatie te vergroten. Dit doen zij onder meer door nieuwe broeihopen aan te leggen. Dit meldt Natuurmonumenten.
Mens versus slang
Sinds 1950 zijn ringslangen met zo’n veertig procent afgenomen. Dankzij intensievere landbouw, drooglegging en de aanleg van kanalen is het leefgebied van de slang steeds verder gekrompen. Water is essentieel voor het dier en de toegang tot voedselrijke plassen is grotendeels door de mens afgenomen.
Kasteel als veilig oord
Rond landgoed Eerde leeft een bescheiden slangenpopulatie. Hoewel de populatie wel groeit blijft het vooralsnog lastig om een aanzienlijke hoeveelheid nieuwe slangetjes af te leveren. Rond het kasteel is het door recreatie en honden te druk om te broeden.
Broeihopen
Boswachters zijn de afgelopen tijd druk in de weer geweest met het aanleggen van nieuwe broeihopen. De hopen bestaan uit takken, paardenmest, compost, riet, gras en bladeren. De combinatietussen luchtigheid en warmte bieden de perfecte kraamkamer voor slangen. Naar verwachten zal de nieuwe lichting slangen tussen juni en juli worden geboren. Een ringslang legt rond de 10 tot 40 eieren.
Door: Nationale Recreatiegids