
ROTTERDAM (Novum) - De deur van de Kunsthal in Rotterdam stond tijdens de kunstroof in de nacht van maandag op dinsdag niet op het nachtslot. Dat zeggen beveiligers van het museum vrijdag in Metro. Volgens de krant is het daardoor goed mogelijk dat de daders hulp van binnenuit hebben gehad.
De daders kwamen volgens de beveiligers binnen via de zogeheten flippermethode, waarbij een stuk hard, buigzaam plastic tussen de deurpost en de deur gestoken wordt. Het zou verklaren waarom geen braaksporen gevonden zijn.
Een woordvoerder van het museum wilde vrijdagochtend niet op de berichtgeving ingaan. Directeur Emily Ansenk zei echter tegen RTV Rijnmond dat het verhaal onzin is, maar wilde niet zeggen dat de deur wél op het nachtslot zat. Volgens haar is er niet gesproken met beveiligers van de Kunsthal. Ze zei het verder vervelend te vinden dat in de media 'allerlei indianenverhalen' opduiken.
Ansenk noemde de beveiliging van het museum eerder deze week nog 'state of the art'. Volgens het museum is heel bewust is gekozen voor zogeheten technische beveiliging, wat inhoudt dat er 's nachts geen bewakers aanwezig zijn.
De dieven kwamen binnen via een deur aan de achterkant van het gebouw aan de Westzeedijk en maakten in korte tijd zeven schilderijen buit. De doeken hebben een geschatte waarde van tussen de vijftig en honderd miljoen euro.